Categories
Berichten @NL

Erlo Stegen zou moeten opstappen

Ds. Krol ziet KSB, als ze niet tot schuldbelijden komt, op een zijspoor terechtkomen

Door J. M. D. de Heer

Een warm voorstander van opwekking is hij, ds. A. J. Krol, directeur -van de werkgroep gemeenteopbouw. Daarom stond hij, hoewel soms met bedenkingen, altijd positief tegenover de Kwa Sizabantu Zending (KSB). Dat is echter veranderd. “Ik kom bij KSB te veel tegen wat ik ook bij sekten aantref. Beslotenheid, regeren over mensen, een griezelige reactie op beschuldigingen.” Er is een oplossing? “Om echt geloofwaardig te blijven, zou Erlo Stegen moeten opstappen.”

De gedachtewisseling eindigt niet zonder gebed, een gebed voor het zendingswerk van Erlo Stegen in KwaZulu-Natal. De voorbede betreft Stegen zelf, zijn medewerkers, maar ook de voorzitter van KSB-Nederland, Albert Pilon. Ds. Krol bidt dat de KSB-leiding de “openheid, geestdrift en kracht” krijgt om in het openbaar fouten te belijden, “zodat KSB in de handen van de Geest weer tot zegen kan zijn, zodat er na de stormen weer positieve vruchten te verwachten zijn.”

Met gemengde gevoelens heeft ds. Bram Krol het laatste halfjaar de berichten omtrent KSB gevolgd. Hij voelt zich persoonlijk bij Stegens zendingswerk betrokken, sprak in het verleden op KSB-conferenties. Wie de pennenvruchten van de gereformeerde predikant leest, kan er niet aan twijfelen dat hij opwekking wereldwijd een warm hart toedraagt. Maar ook verdiepte Krol zich in de schaduwzijden van bewegingen die aan de buitenkant zo mooi leken. Bekend werd zijn boek over de sekte van Sipke Vrieswijk.

Positief

“Positief”, vindt Krol dat Erlo Stegen zichzelf in zijn boek “Opwekking begint bij jezelf” niet als een held voordoet. “Hij schrijft eerlijk dat hij vast dreigde te lopen en in die weg God vond.” De predikant wil er ook geen kwaad woord over zeggen dat het belijden van zonden een grote plaats kreeg in het werk van Stegen. “Dat zie je bij bijna elke opwekking, of het nu in Korea of in Uganda is.” Dat er een sterk streven is naar reinheid, kan hij ook accepteren. “De gedachte dat God met name door die dienaren werkt die Hij als het meest trouw beschouwt, kun je bijbels verantwoorden.” En dat Erlo over wonderbaarlijke genezingen schrijft en over analfabeten die plotseling de Bijbel konden lezen, verontrust Krol al evenmin. “In de Bijbel én in de praktijk komt ik bovennatuurlijke zaken tegen die de prediking van het Evangelie bekrachtigen.”

Ik geloof, vat de gereformeerde predikant samen, dat er in het kielzog van KSB grote dingen zijn gebeurd. “Maar nu lijkt het meer op een verstilde opwekking.”

Onvoldoende antwoord

Al lang voordat verontruste ex-KSB’ers dit voorjaar hun kritiek publiek maakten, had Krol vragen bij het zendingswerk. Die vragen kwamen boven na lezing van het boek “God onder de zoeloes” van dr. Kort Koch. Deze bewonderaar van Erlo Stegen beschreef in meer dan tien boeken het zendingswerk van KSB in KwaZulu-Natal.

“Ik had”, zegt Krol, “na lezing van het boek een wat onbehaaglijk gevoel. Op de vragen Wie? Wat? Waar? gaf dr. Koch onvoldoende antwoord. Zinsneden als “in een afgelegen dorp” en “velen kwamen tot geloof” zijn mij te vaag. Het lijkt wel of de schrijver iets moois wilde vertellen, maar ook wilde voorkomen dat iemand zijn verhaal zou natrekken.”

Nieuwe vragen kwamen boven bij lezing van “Opwekking begint bij jezelf” van Erlo Stegen zelf. “Hoe kan het zijn dat een opwekking geen profetisch woord heeft in een land dat ondergedompeld was in een nationaal kwaad als apartheid? Akkoord, de regering stelde openlijke kritiek niet bepaald op prijs. Verder heeft de KSB-leiding altijd gezegd dat het zendingswerk een voorbeeld van verzoening is. Maar waarom heeft de leiding dan na het afschaffen van de apartheid niet een ondubbelzinnige verklaring afgelegd?”

Waarom, vraagt de predikant zich verder af, heeft KSB destijds geen eigen geluid laten horen als medicijn in de strijd tussen het ANC en de Inkatha-beweging onder leiding van Zululeider Buthelezi? Vanzelf, je moet voorzichtig zijn, maar KSB heeft, voorzover mij bekend, níets gezegd, ook niet indirect. Voor mij dringt dan de vraag of de organisatie wel een plaats had in de realiteit van alledag.

De Gorinchemse predikant maakt een vergelijking met Congo, waar hij regelmatig seminars verzorgt over gemeentegroei. “Daar gaat de opwekking gepaard met een beweging voor morele rechtvaardigheid. Je zou het een geestelijke tegenbeweging kunnen noemen tegen zaken als corruptie, zonder dat kerkleiders direct met de vingers naar een bepaalde minister wijzen. Verder werkt de opwekking eraan mee dat tegenstellingen tussen stammen worden bijgelegd. Maar KSB blijft beperkt tot de Zulu’s, en dan nog hoofdzakelijk tot de provincie Natal.”

Familiebedrijf

Nog een probleem. “De opwekking = Erlo Stegen”, vat Krol samen. “Als iemand een middel mag zijn voor een opwekking heb ik er begrip voor dat zijn naam in de begintijd vaak wordt genoemd. Maar inmiddels zijn we bijna 35 jaar verder en nog staat de naam van Erlo Stegen centraal. Excuses als ik me vergis, maar het werk lijkt meer een familiebedrijf van de Stegens te worden dan een werk van de Geest.” Is KSB geen cultureel kolonialisme? ging Krol zich afvragen. Anders gezegd, is het geen overplaatsen van een vorm van Duits piëtisme in een zwarte cultuur?

In februari, de maand waarin de kritiek van de groep verontrusten in Zuid-Afrika openbaar kwam, verbleef Krol in Congo. Daar ontmoette hij evangelist Mpoyi, die niet lang daarvoor de KSB-zendingspost in Kranskop had bezocht. “Ik laat niets merken van mijn visie, dacht ik, maar laat hem zelf vertellen.” Hoe kan het, vroeg Krol de evangelist, dat de naam van Erlo Stegen telkens valt? Hoe kan het, vroeg hij verder, dat de opwekking niet overslaat op andere stammen?

“Tot mijn stomme verbazing zei evangelist Mpoyi dat hij KSB vond lijken op cultureel imperialisme. Terwijl hij in de Afrikaanse cultuur staat, was zijn bezwaar dus precies hetzelfde als het mijne. Hij zei niet dat er geen opwekking is geweest, maar wel vond de evangelist dat KSB veel ballast bij zich draagt, die een eigen leven ging leiden en uitliep in wetticisme, in een gedragscode die over de Bijbel gaat heersen.”

Tirannie

De aanklachten van voormalige aanhangers tegen de KSB-leiding liegen er niet om. Woorden als machtsmisbruik, geestelijke tirannie, hersenspoeling en manipulatie keren met zekere regelmaat terug.

Wat deed dit u? “Natuurlijk ben ik vreselijk geschrokken.” Geloofde u wat ex-KSB’ers schreven? “Er is nauwelijks een andere mogelijkheid. In Zuid-Afrika geldt het Engelse recht, waarin laster nog zwaarder weegt dan in Nederland. Je riskeert forse straffen wanneer je beschuldigingen naar buiten brengt die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Mijn eerste reactie was dan ook: Er zit een aantal dingen hopeloos fout bij KSB. Dat is teleurstellend, vanzelf, maar het is niet anders.”

Vooral het schenden van het ambtsgeheim in de zielzorg zit Krol dwars. “Als een zielzorger je confronteert met zonden die je hem eerder hebt beleden, maakt hij misbruik van het pastoraat. Wie dat in een kerk presteert, kan het veld ruimen.”

De biecht lijkt bij KSB het karakter te hebben van een rechtbank, concludeert Krol op grond van diverse stukken. “De zielzorger neemt dan de plaats in van God als Rechter. De persoonlijke belangen van de zielzorger gaan zich dan echter heel gemakkelijk vermengen met de vraag naar de waarheid. In feite is een KSB’er in dit systeem met huid en haar aan de zielzorger overgeleverd.”

Afsluiten

Dat KSB zich lijkt af te sluiten van de buitenwereld, is voor Krol herkenbaar. “Je ziet dit ook bij sekten, die altijd iets te verbergen hebben. Toen ik Sipke Vrieswijk eens vragen stelde over de structuur van zijn gemeenschap, kreeg ik als antwoord: O nee, mijnheer, aan zulke vragen verspil ik geen tijd.”

Een besloten groep, licht de Gorinchemse predikant toe, heeft de neiging de buitenwereld als vijandig af te schilderen. En zo ontstaat gemakkelijk een wederzijds vijandsbeeld.”

Des te onverstandiger vindt Krol het dat de KSB-leiding weigerde in gesprek te gaan met een delegatie van vooraanstaande christelijke leiders in Zuid-Afrika. “De leiding zette een rare argumentatie in elkaar, waaruit overduidelijk bleek dat ze elke publieke discussie ontwijkt.”

KSB nodigt critici toch uit om te komen kijken in Zuid-Afrika? Dan kan eenieder en op grond van eigen waarnemingen oordelen.

“Dat noem ik nu voorgewende openheid. Kritiek die publiek is, wordt in de persoonlijke sfeer getrokken. Als je als KSB-leiding dan maar goed je mondje bij je hebt, kun je een deel van de bezoekers overtroeven en over het andere deel zeggen: We zijn twee mijlen met hen

opgetrokken, maar met hen is niets te beginnen. Op die manier houd je altijd het gelijk aan je zijde, of beter gezegd, je wendt voor dat je gelijk hebt.”

Eigenlijk kan Krol de ‘openheid’ best begrijpen. “Als critici KSB bezoeken, komen zíj als de mensen die een probleem hebben. Daar kun je in een persoonlijk gesprek over discussiëren, maar zo’n gesprek maak je achteraf natuurlijk niet openbaar. En zo blijven de problemen binnenshuis.”

Opgeblazen

Door een gesprek met de Zuid-Afrikaanse leiders te weigeren, is KSB er zelf de oorzaak van dat het panel zijn bevindingen openbaar maakte, vindt Krol. “Daarmee heeft KSB zijn problemen alleen maar opgeblazen.”

Hoe beoordeelt u de publiciteit rond KSB? Moet je de problemen niet met de mantel der liefde bedekken?

“Ik zie publiciteit in dit geval als een laatste redmiddel om geestelijk machtsmisbruik binnen KSB te ontmaskeren, om mensen te waarschuwen.” Er zijn, peinst Krol, geen kleine dingen gebeurd. “Families liggen uit elkaar, mensen zijn voor het leven getekend, pastorale geheimen geschonden.”

Hij hoopt vooral dat de KSB-leiding in de commotie rond het zendingswerk een aanleiding ziet om het beleid om te gooien. Dan zou publiciteit voor verder kwaad behoeden. Ik schat in dat de leiding nu al voorzichtiger geworden is. Erlo Stegen weet dat hij goed in de gaten wordt gehouden. En, dat geeft mij hoop, hij reageert nog, zij het met kromme argumenten. Een doorgedraafde sekte heeft niet meer de gevoeligheid dat er iets aan de hand is en reageert gewoonweg nergens meer op.”

Hebt u een advies voor KSB?

“Verootmoediging, het concreet belijden van fouten. Als KSB niet zover komt, kan de organisatie wel inpakken. O ja, een aantal mensen zal erin blijven geloven, KSB zal nog vele jaren blijven bestaan, maar binnen de christelijke wereld wel op een smal zijspoor raken. Een kerk die zichzelf respecteert, nodigt Stegen niet meer uit. Daarvoor is de weerstand te groot geworden.”

En voor Erlo Stegen zelf?

“Als hij de opwekking wil redden, zal hij zijn misstappen moeten belijden en terug moeten treden. Ik hoop dat hij zo’n moedig besluit neemt. In het maatschappelijk leven is het toch ook ondenkbaar dat je je positie handhaaft als je zulke zware beschuldigingen naar je toe krijgt?”

Het zendingswerk bloeit als nooit tevoren, is de boodschap van KSB.

“In heel Europa zie je een breed gedragen verlangen naar opwekking, van behoudende reformatorischen tot pinksterkerken toe. Wie iets over opwekking naar buiten brengt, of er mooie verhalen over kan vertellen, wekt allicht belangstelling. Maar met een grote belangstelling heb je nog geen opwekking.” Vurig: “Laat de mensen vooral blijven zoeken naar opwekking, maar laten ze alsjeblieft de ogen openhouden.”

© Reformatorisch Dagblad, alle rechten voorbehouden