Categories
Berichten @NL

Toespraak gehouden op het seminar van Duitse sektenadviseurs

Organisatie: Dr. G. Lademann-Premier, M. Sobania; namens de Noordduitse kring van sektenadiviseurs.
Autobiografische Essay vanuit sociaal-psychologisch perspectief door Albert Pilon,
voormalig oprichter en leider van de Nederlandse tak van Kwasizabantu.

 

Inleiding
Algemene omschrijving van de Kwasizabantu Zending

A) hoe ik lid werd

1. opvoeding en vroege jaren

2. hoe zag mijn leven er uit in de tijd toen ik met KSB in contact kwam? 

3. wat was de reden dat ik mij bij een sekte aansloot?

4. hoe was de algemene geestelijke situatie in de jaren 70?

5. contact met de opwekking en Erlo Stegen

6. oprichter en leider van de Nederlandse tak van Kwasizabantu

B) het leven in KSB

7. verplicht bezoek van de multiraciale leefgemeenschap KSB in Zuid-Afrika
8. diensten en relaties

9. mentale bewaking, manipulatie, onzekerheid

10. een deformeert godsbeeld

11. de groepscode 

12. opwekking in Europa

13. verering van de leiders

C) hoe ik KSB verliet

14. de broeders hebben hun leven voor ons gegeven 

15. de reden van uittreding

16. verwerping en uitverwerping

17. fysische en mentale gezondheid

D) evaluatie

18. een psychologisch proces

19. historisch onderzoek

Mijne dames en heren,

Inleiding

Kwasizabantu is een multi-raciale leefgemeenschap in KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika, waar ongeveer 1500 mensen wonen. De naam betekent “plaats waar mensen geholpen worden”. Deze leefgemeenschap werd in het jaar 1966 opgericht door Erlo Stegen. Kwasizabantu is uit een zogenaamde opwekking ontstaan, die in 1966 plaats gevonden zou hebben. 

In zijn boek “Opwekking onder Zoeloes” (pag. 90) spreekt Erlo Stegen van duizenden Zoeloes en Xhosas die op één dag tot bekering kwamen ( deze duizenden zijn hoe dan ook onvindbaar). Het economisch bedrijf is onder tussen de belangrijkste factor geworden. Jaarlijks bezoeken Stegen en zijn team verscheidene continenten en hebben in sommige Europese landen gemeenten opgericht. Stegen reist de wereld rond omdat hij de hele wereld wil laten delen in wat God bij de Zoeloes gedaan heeft.

De leefgemeenschap Kwasizabantu in KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika wordt door mensen uit de hele wereld bezocht om daar hun leven te beproeven in het licht van de opwekking. Uit Europa zijn regelmatig circa 50 aanwezig.

Tot 1999 werd Kwasizabantu overwegend positief beoordeeld. Daarin kwam verandering toen de media getuigenissen begon te publiceren van degenen die KSB verlaten hadden. Tot die tijd hadden theologen van naam heel positief over Stegens werk geschreven. In de academische wereld verschenen verschillende artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, die zich met KSB identificeerden. Ook waren er studenten die een theses schreven over KSB. De Duitse Dr. K. E. Koch en Dr. P. Beyerhaus waren nauw met Kwasizabantu verbonden. Ook andere Duitse theologen bezochten meer dan eens Kwasizabantu.

De vraag blijft hoe het mogelijk is waarom de theologen niet ontdekt hebben wat de media  ontdekte. 

De vraag hoe het komt dat mensen in sekten terecht komen is misschien niet nieuw, maar blijft wel actueel. Daarom heb ik voor deze voordracht bewust gekozen voor een autobiografische beschrijving vanuit sociaal-psychologisch perspectief.

Deel A) hoe ik lid werd

1. opvoeding en vroege jaren

Ik kom uit een Hugenoten geslacht en heb een calvinistische opvoeding gehad. Mijn grootvader voedde zijn kinderen gedisciplineerd op. Zijn zonen vestigden zich als zelfstandige ondernemers. Mijn vader begon als aannemer in de bouw. Bij ons thuis hadden wij geen overdreven respect voor dominees of andere hooggeplaatste mensen. Kernbegrippen als eerlijkheid, waarheid en recht stonden centraal. Als kind ging ik met mijn vader en grootvader mee naar het werk. Zij disciplineerden mij en leerden mij te werken. Toen ik 19 jaar oud was haalde ik het aannemersvakdiploma en kon zelfstandig werken. Alleen grote bouwprojecten hadden mijn belangstelling, omdat ik veel geld wilde verdienen. Het geld werd mijn god. Op mijn 28ste jaar kreeg ik een functie, waar menigeen pas met 50 jaar bereikt. Ik werd hard, hoogmoedig en trots, zakelijke principes overschreven Gods geboden, die door mijn opvoeding in mijn hart geplant waren. Geluk vond ik niet, omdat ik door de zucht naar succes de menselijke verhoudingen uit het oog verloor. De wereld bood mij de kans om door ambities en hard werken een toppositie te werven en veel geld te verdienen. Ik werd echter genadeloos voor mijn medemensen.

2. hoe zag mijn leven er uit in de tijd toen ik met KSB in contact kwam? 

Op deze weg naar succes nam ik regelmatig besluiten die ver boven mijn vermogen gingen. Doordat ik een te groot en te duur huis kocht, had ik meer geld nodig. Het gevolg was dat ik een betere baan zocht om meer te verdienen. Maar daardoor werden er hogere eisen aan mij gesteld: er moest nog hárder gewerkt worden. Overdag op het werk en ‘avonds thuis. Ik liep altijd op mijn tenen. Hierdoor belandde ik in een vicieuze cirkel. Uiteindelijk raakte ik totaal uitgeput. Mijn gezondheid werd vele jaren achtereen nadelig beïnvloed. Uiteindelijk stortte ik toen ik 32 jaar geestelijk en lichamelijk in.

3. wat was de reden dat ik mij bij een sekte aansloot?

Vanaf dat ik begon te werken was ik regelmatig overspannen omdat ik veel te hoge eisen aan mij zelf stelde. Ik zocht naar kracht om het leven aan te kunnen. Omdat ik gelovig was zocht ik de oplossing in het geloof. In dit proces om het leven aan te kunnen sloot ik mij aan bij de charismatische beweging. Daar hanteerde men allerlei methoden voor het realiseren van eigen doelen: hoofdzakelijk werden boze geesten uitgedreven, want die verstoren het welzijn van de mens. Uiteindelijk mocht niets baten en leed ik  een geestelijk en lichamelijk bankroet.

Dat is de ideale voedingsbodem voor sekten!

In deze periode las ik een boek van Dr. Kurt E. Koch genaamd: God onder de Zoeloes. Het was een verhaal over een opwekking onder Zoeloes in KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika.  Nog nooit had ik zoiets gelezen, het raakte mij diep. Ik had niet gedacht dat God in deze tijd nog zo geweldig kon werken. Het was onvoorstelbaar dat zoiets mogelijk was. Duizenden heidenen hadden zich bekeerd, tovenaars kwamen tot geloof en er was zelf iemand ut de dood opgestaan. 

Natuurlijk wist ik niet dat ik me bij een sekte aansloot. Stegen vergelijkt zich in zijn historische beschrijving van de ‘opwekking’ graag met de eerste gemeente. Hij duidt deze aan met ‘oergemeente’. Hij gebruikt talloze keren de woorden ‘de eerste kerk’, de eerste christenen’, ‘de eerste liefde’ en ‘de eerste werken’ om aan te tonen hoe nauw betrokken hij is bij de ‘oergemeente’. Hij wilde hiermee aantonen hoe naue hij verbonden is met het bijbelboek Handelingen.

4. de geestelijke situatie in de zeventiger jaren

In de zestiger en zeventiger jaren vond een grote omslag in het kerkelijk denken plaats. Toentertijd werd de cultuur gekenmerkt door het steeds verder overschrijden van grenzen, waarin de christelijke kerk werd meegezogen. Hierin vond KSB een ideale voedingsbodem voor haar moraliserende prediking. De gelovigen waanden zich veilig binnen de oude, vertrouwde grenzen, die hersteld werden en konden zich optrekken aan een identificatiefiguur.

De idiale voedingsbodem voor Stegen was de omslag in de kerkelijke cultuur en denken in de zeventiger jaren, waardoor de grenzen steeds verder overschreden werden.

5. contact met de opwekking en Erlo Stegen

Het kwam mij ter ore dat de leider van deze organisatie in Duitsland een tournee hield. Ik dacht een man waar God zulke grote wonderen door doet, wil ik zien. Samen met mijn vrouw reisde ik op 12 mei 1985 naar Aurich in Noord-Duitsland, waar Stegen in het Ostfriesische Soldatenheim een spreekbeurt hield. Ik was diep onder de indruk van de prediking. 

Met veel verbaal geweld drukte Stegen zijn gehoor op het hart dat ieder mens die niet zijn of haar zonde belijdt en nalaat verloren gaat. Schriftkritiek, wereldgelijkvormigheid, oppervlakkigheid, slecht kerkbezoek, houden de kerken in hun greep. Alles mag immers tegenwoordig. Vrije seks, abortusklinieken, homofilie, naaktloperij, samenwonen en niet meer netjes huwen. Van de christenen horen wij helaas geen protest. De mensen willen vrijheid van Gods geboden. Europa was ontaardt in de grootste losbandigheid. 

Stegen staat als het ware ‘als een rots in de branding’ van deze roerige periode. Hij beweerde een opwekking te hebben meegemaakt en volgens hem kon alleen een opwekking een einde maken aan het zedelijk verval. Er bestond een grote behoefte aan duidelijkheid. En aan duidelijkheid liet Stegen niets te wensen over. Zijn aanhang reisde hem achterna. Want zoals Stegen preekte hoorde men het niet meer.

Stegen kan gerekend worden tot een van de felste bestrijders van de veranderende moraal. Met kracht en grote stemverheffing slingert hij tot vandaag zijn pakkende thema’s door menige kerk en vergaderzaal. Het oordeel wordt de mensen aangezegd. Op duidelijke wijze doordringt hij zijn gehoor van de noodzaak van bekering. En vele gelovigen buigen bij het horen van deze taal eerbiedig het hoofd en voelen zich daadwerkelijk diep schuldig. Hoe sterker het schuldgevoel is, des te beter, vind Stegen. De angst voor de dood en het laatste oordeel heeft vele gelovigen in verwarring en onzekerheid gebracht. De nadruk op ‘hel en verdoemenis’ is in bijna elke preek aan de orde. “Ben ik wel goed genoeg voor de hemel? Is het heil ook voor mij?” vragen velen af.

6. oprichter en leider van de Nederlandse tak van Kwasizabantu

Omdat ik vroeger het verlangen kende om zendingswerker te worden, besloot niet terug te keren naar de bouwwereld. In 1988 sloot ik me aan bij de Kwasizabantu zending en was toen 35 jaar. Kort daarna richtte ik de Nederlandse afdeling op, startte met pionierswerk en wekte interesse over opwekking. In het hele land werd ik uitgenodigd in kerken en gemeenten. Later begon ik een kantoor met secretariaat en administratie aan huis. Jaarlijks werden tournees en conferenties georganiseerd in verschillende Europese landen. Onder mijn verantwoording werden boeken en brochures van KSB van het Duits naar het Nederlands vertaald, te weten: God onder de Zoeloes; Opwekking onder de Zoeloes; Gods Genade onder de Zoeloes; Opwekking begint bij Jezelf. Van sommige boeken en brochures werden er duizenden gedrukt en verkocht. Jaarlijks bezocht ik Zuid-Afrika, België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. En ook één keer de voormalige Sovjet republiek.

 

In Nederland werden rond 1990 een begin gemaakt met 2 huiskringen. Er was altijd de mogelijkheid voor een pastoraal gesprek. Ook was er na elke dienst een warme maaltijd. In 1994 werd besloten elke zondag een dienst in Zeist te houden. De mensen stroomden toe uit alle delen van het land. Zij ontvingen in hun eigen kerk onvoldoende geestelijk voedsel en kwamen naar de maandelijkse evangelisatiediensten. Deze diensten werden soms door ca. 250 mensen bezocht. Vanwege de groei ontstond er behoefte om een landelijk conferentie centrum te openen. In 2000 werd de Cederborg betrokken in het Groningse Middelstum.

Deel B) het leven in KSB

7. bezoeken van de  multiraciale leefgemeenschap

Alle mensen moeten eens Kwasizabantu bezoeken, want daar is een geopende hemel, daar werkt God! Daar heeft God een opwekking gegeven. Bezoekers van Kwasizabantu komen onder de indruk van de gastvrijheid en vooral de vriendelijkheid. Als multiraciale leefgemeenschap is KSB een voorbeeld voor de wereld. De bezoekers worden overtuigd van de echtheid van ‘de opwekking’ door de verhalen over zogenaamde grote wonderen en de speciale manier waarop ze behandeld worden (love-bombing). Deze factoren wekken de suggestie van een opwekking en beïndrukken bezoekers en leden in die mate dat zij niet meer kritisch kunnen denken, hun objectiviteit verliezen en zich openstellen voor manipulatie.

Mensen die zich aansluiten krijgen geen inzicht in de geloofsleer, de regels en gebruiken, die worden verborgen gehouden. Als men door love-bombing is ingepalmd en niet meer terug kan, komt men daar langzaam achter.

8. diensten en relaties

KSB biedt diensten aan, waarin de aanwezigen kunnen luisteren naar wat de voorganger te zeggen heeft. Er vindt geen bijbelstudie met gezamenlijke inbreng van de deelnemers plaats of een bespreking van een inleiding. De leiding wijst alle vormen van samenkomen zoals gespreksavonden, bijbelstudies of celgroepen af. 

De godsdienstoefeningen zijn erop gericht dat de mensen geen of weinig kans hebben met elkaar in contact te komen over diepere dingen. De leiding wil voorkomen dat relaties ontstaan die verder gaan dan een oppervlakkige kennismaking. Leden die elkaar al langer kennen hebben onderling slechts oppervlakkige gesprekken. Iedereen is voor eventuele vragen of opmerkingen aangewezen op de zielzorg.

9. mentale bewaking, manipulatie, onzekerheid

De zielzorg is het centrale meldpunt voor de gemeenteleden. Voor opmerkingen, vragen, klachten, noden enzovoort horen de gelovigen zich te melden bij de zielzorger. 

-Zonden belijden betrekking op het verleden. De leden schrijven dikke boeken vol met hun zonden alles wat ze zich kunnen herinneren. Dit noemt men: het bereinigen van je leven. Zonden moeten één voor een uitgesproken worden voor de zielzorger. Zo wordt men een bruikbaar vat voor God. Ben je ziek loopt iets tegen, dan wordt je de vraag gesteld: heb je je leven wel echt goed bereinigd, zo dat God er tevreden mee kan zijn?

Dan begin je overnieuw. 

-Gebed vragen voor alles wat je van plan bent in de zielszorg. Leiders en zielzorgers laten dikwijls op subtiele wijze voelen het niet eens te zijn met een gemeentelid die raad komt vragen. “Bidt er nog maar eens voor, kom dan bij me terug en laat het me weten wat God tegen je gezegd heeft”. Dit vindt zo vaak plaats tot de persoon duidelijk is wat de leider of zielzorger eigenlijk wil. Hij moet de zielzorger als het ware ‘in de ogen lezen’ wat hij van hem verwacht. De zielzorger benut de tussenliggende tijd om navraag te doen bij de leider of anderen over de betrokken persoon. Het gebed krijgt hier ook een wezenlijk andere inhoud en betekenis dan in de bijbel door de tussenkomst van de zielzorger. 

Gemeenteleden zijn behept met angst en vrees om elkaar iets te vertellen, omdat de informatie snel bij de leider terecht komt. Degene die anders denkt en gesproken heeft wordt beschuldigd van roddel en als lasteraar bestempeld.
Sommige mensen hebben vanwege hun gecompliceerde psychische structuur behoefte aan een biechtvader (vaderfiguur), door gelovigen te dwingen tot consciëntieus naspeuren en belijden van zonden bij een zielzorger kunnen psychische problemen ontstaan.
Bij KSB wordt zielszorg gebruikt voor mentale bewaking van de leden. Omdat de zielzorger alle zonden uit het verleden kent, kan hij de gelovige manipuleren bij het gebed voor zijn toekomstplannen. 
Zij kunnen hun volgelingen in die mate beïnvloeden zodat die niet meer weten wat ze een dag of een uur geleden wel of niet gezegd of bedoeld hebben.

10. zo ontstaat een verwrongen godsbeeld 

Wanneer het godsbeeld ziek is, wordt ook de mens ziek. Hoe een persoon God ziet is dus niet zo onbelangrijk. Van het godsbeeld hangt het zelfbeeld af. Mensen die bang zijn iets verkeerd te doen, niet volmaakt genoeg te zijn of te zondigen hebben een bepaald beeld van God. Een beeld dat niet beantwoordt aan wat Jezus heeft geopenbaard. Zulke verkeerde godsbeelden beletten de mens ook het werkelijke leven te ervaren.

11. de groepscode 

Men heeft ongeschreven regels voor het dagelijks leven, waardoor een gedragscode is ontstaan. Deze gedragscode heeft betrekking op de buitenkant van het bestaan en bepaalt de levensstijl van de leden van de beweging. Vrouwen dragen lange rokken of jurken zonder split en broeken zijn verboden. De rok is een religieus symbool geworden. Gedrag, kleding en taalgebruik geeft een bepaalde uiterlijke herkenning. Make-up, sieraden, wimpers krullen, wenkbrauwen epileren en het haar verven of permanenten is verboden. Mannen mogen geen jeansbroeken dragen en sportschoenen vallen ook niet in de smaak. Over het algemeen kleden de leden zich met donkere kleding. Het gebruik van TV is verboden voor KSB-leden. Groepen zijn te herkennen aan hun uiterlijk: zakenlui, de Hitlerjeugd. 

12. opwekking in Europa

KSB is overtuigd dat opwekking verkregen kan worden door een strenge toepassing van haar gedragscode. Eerst moet de mens aan alle eisen voldoen, dan zal God antwoorden. God zou slechts opwekking geven onder bepaalde voorwaarden, die steeds nagekomen moeten worden. Tot op heden is Stegen er niet in geslaagd een opwekking in Europa te bewerkstelligen. Wel heeft er een transfer van de gedragscode van KSB plaatsgevonden. 

13. verering van de leiders

Erlo Stegen is de enige boodschapper van Gods wil. Zijn goddelijke openbaring worden meteen omgezet in commando’s. De heiligheids- en grootheidswaan van de leiders zijn niet te corrigeren. De Europese leiders vereren hen als Mozes en Jezus. Georg Grau, de leider van de Duitse afdeling, protesteerde fel nadat Stegen (FH) voor een dictator was uitgemaakt. 

– “Nooit had ik het zover mogen laten komen, dat mijn geestelijke vader, oom Friedel zo schandelijk behandeld werd. Het gaat niet om een persoon, maar om een godsman, die zijn leven voor ons Duitsers heeft overgegeven en nog steeds overgeeft. Daarom vind ik dat deze uitbarstingen een directe opstand zijn tegen God en onze Here Jezus Christus. Bij Mozes en de profeten, bij Jezus en de discipelen meenden de mensen ook dat ze tegen mensen in gingen. Zij waren zich niet bewust dat zij zich helemaal tegen God keerden. En dat is zaterdag in ons midden gebeurd. Het was een oorlogsverklaring aan God!” (Grau G, Het was een oorlogsverklaring aan God d.d. 29 januari 1999).

Deel C. uittreding

14. de broeders hebben hun leven voor ons gegeven

In het begin van der jaren 90 was het mij duidelijk dat sommige van de leiders niet als christenen leefden. Omdat ik Erlo niet kende, dacht ik hij zal wel goed zijn want God begon door hem de opwekking. Doordat ik gemanipuleerd werd, handelde ik dikwijls tegen mijn geweten. Ik had inmiddels een bepaald inkomen verworven van de beweging. Langzamerhand kwam ik vast te zitten en deed mee. Ik heb regelmatig getwijfeld, maar in de loop der jaren was ik iemand geworden en dat streelde mijn hoogmoed.

Vanwege de groei ontstond er behoefte om een landelijk conferentie centrum te openen. Dat centrum moest door de Nederlanders worden opgebracht. De broeders hadden alles voor ons gegeven: zelfs hun leven hadden ze opgeofferd voor ons, omdat ze dikwijls naar Europa reisden om ons geestelijk verder te helpen. Zouden wij dan ook niet iets kunnen doen door bv. onze bezittingen te verkopen? En zo verkochten wij in 1998 ons huis waar we 20 jaar lang gewoond hadden. Een groot deel van de opbrengst ging naar het KSB centrum. Het was een heel mooi voormalig bejaarden centrum met 144 eenheden dat amper 30 jaar oud was. Elke kamer had een kitchenette, toilet en douche. 

15. de reden van uittreding

In 1999 wird het me duidelijk dat ik met KSB niet verder wilde en bedankte. Ik belde Erlo Stegen en zei hem dat ik een punt achter KSB wilde zetten. De reden was dat de leiders toestemming hadden gegeven achter mijn rug een nieuwe stichting voor ontwikkelingshulp op te richten in Nederland. De onoprechtheid, oneerlijkheid en ongerechtigheid was mij te veel geworden.

Toen belde Friedel en sprak op mij in zo dat ik gebleven ben. Ook ging ik door vanwege de aankoop van het centrum, omdat ik de contacten onderhield met de ambtenaren, gemeenteraad en de burgemeester. Op dat moment had ik niet de moed om voor de mensen met wie ik in onderhandeling was openlijk terug te treden. KSB maakte gebruik van de goede naam van mijn familie en verkreeg daardoor het centrum. Buiten mij was dat nooit gelukt. In 2000 namen wij het centrum in bezit en vond de verbouwing plaats tot april 2002 (dit gebouw heb ik toentertijd voor nauwelijks €350.000 in handen gekregen. Op het moment dat wij het centrum verlieten, werd het getaxeerd voor een nieuwbouwwaarde van € 5,5 miljoen).

Nadat ik enkele jaren bijna dag en nacht gewerkt had, was ik aan het einde van mijn krachten en stelde voor om enige tijd 50% te werken. Het antwoord luidde: Je moet  God 100% geven en geen 50%. Wij willen geen leider die slechts 50% werkt.” Op de volgende vergadering deelde ik mee mijn werkzaamheden helemaal neer te leggen, maar wel voorzitter c.q. secretaris van de verschillende stichtingen te blijven.

16. de reden van uittreding

De volgende stap van KSB was om achter mijn rug nieuwe bestuursleden te benoemen en mij uit te schrijven bij stichtingenregister bij de Kamer van Koophandel. Anneke, mijn vrouw, was in het bestuur gebleven en wist ook niets van alles wat er gebeurd was. De Kamer van Kophandel adviseerde mij om een advocaat te nemen. Daar ko niets van komen omdat mijn vrouw nog in het bestuur zat.

Weet u als de deze mensen het centrum, ons geld en onze arbeid hadden, was het uit met de liefde en de opwekking. Toen hing er geen Friedel Stegen aan de telefoon die smeekte blijf toch alsjeblieft!. Dat gebeurde in november 2002.

Ik heb me toen volledig gedistantieerd. Iets onverwachts gebeurde: Anneke en de kinderen bleven daarna noch 18 maanden bij KSB. Gedurende die tijd woonden wij daar, omdat Anneke niet kon verhuizen en nog in de Cederborg naar de diensten ging (tot 1 januari 2004). Langzaam aan werd het haar duidelijk hoe de KSB-ers werkelijk waren. Ze had eenvoudig meer tijd nodig om los te komen. Ondertussen woonden wij met mensen samen, die ons tot vijand hadden verklaard. Toen we een huis aangeboden kregen, konden we voor de Pasen van 2005.

17. fysisch en mentaal welzijn

Door alles wat er gebeurd was, kreeg ik een Post Traumatic Stress Disorder. Ik ging door een diep dal en kreeg goede hulp. Er kwam verlichting toen in januari 2004 mijn vrouw ook de band met KSB verbrak. Zij probeerde mij en de tegenpartij met elkaar te verzoenen. Langzaam drong het tot haar door dat de mensen van KSB niet eerlijk en oprecht waren. Jarenlang ontkende zij alles wat tegen KSB gericht was. Dat komt overeen met het Stockholm syndroom: dat wil zeggen dat men de groep nog verdedigd als er kritiek komt, ook al kan men niet meer met hen leven.

Doordat ik gemanipuleerd werd, handelde ik dikwijls tegen mijn geweten. Ik heb gedurende 14 jaar onder een verschrikkelijk juk geleefd, waar ik niet van los kon komen. Het gevolg was dat ik soms een periode depressief was. Toen ik me in april 2002 vrij wilde maken kreeg ik psychische problemen. Het kostte geweldig veel inspanning 

werk – woning – kerk, in één keer los te laten.  

Deel D) evaluatie

18. een psychologisch proces

In de periode dat ik in KSB verbleef, besefte ik niet dat ik in een sekte of cult zat. Ik was er van overtuigd dat wij de echte waarheid hadden. God had in Zoeloeland een opwekking gegeven, zoals nog nooit in de geschiedenis was voorgekomen. Grote wonderen en tekenen zouden dat bevestigen. Hierdoor werden wij volledig overtuigd.  Daar komt nog bij de gastvrije en vriendelijke manier waarop binnenkomers behandeld worden (love-bombing). God moest wel aan de klant van KSB staan. Wie de opwekking verwierp, diende de duivel. Niet dat wij ooit één wonder gezien hadden, die stonden alleen in de boeken. Ondertussen speelde er zich een psychologisch proces af. Ik kon niet meer kritisch denken, verloor mijn objectiviteit en stelde mij open voor manipulatie. En dat alles zonder dat ik mij hiervan bewust was. Erlo Stegen had rechtstreeks toegang tot God, zo werd gezegd. En was de enige boodschapper van de wil van God. Zijn boodschappen waren tegelijkertijd commando’s. Wie niet wilde luisteren, deed niet langer mee. Nooit had ik het idee dat ik me in een sekte bevond.

19. historisch onderzoek naar KSB

In 2002 verliet ik KSB hoofdzakelijk van vanwege ongerechtigheid, oneerlijkheid en onwaarheden. Ik was mij toen nog totaal onbewust  van wat zich al tientallen jaren achter de coulissen van KSB afspeelde. Na het lezen van de correspondentie en het bestuderen van onafhankelijke wetenschappelijke bronnen, begon ik de uiterst omvangrijke en rampzalige toestand te beseffen waarin Kwasizabantu vanaf haar ontstaan verkeert. Éen van de uitkomsten was de ontdekking dat de leiders het publiek misleiden met een vermeende ontstaansgeschiedenis. 

Onderzoek toont aan dat de boeken van KSB niet op objectieve historische feiten zijn gebaseerd. Veel wonderen zijn niet te bewijzen en waarschijnlijk nooit gebeurd, maar gefantaseerd. Erlo en Friedel hebben hun leiderschap verbonden aan de Mamma’s: die voor hen optreden als bantoe profetessen (d.w.z. traditionele Zoeloe izangoma, dat betekent waarzegger). Daarvan kunnen veel mensen getuigen. De Stegens leiden hun beweging in het geheim door middel van waarzeggerij,  

In de antropologie word deze verstrengeling van het christelijk geloof en traditionele Afrikaanse religie syncretisme genoemd. KSB hoort thuis bij de inheemse zwarte kerken, zoals de Zionisten en de amaNazaretha. 

KSB is geen sekte maar een cult. Een gemeente is een sekte als er een afwijkende leer of openbaring wordt verheven boven de uitleg van de bijbel. Een cult heeft dezelfde eigenschappen, maar daar moet nog iets aan toegevoegd worden: de leiders worden op een goddelijke manier vereerd. En bij verlating wordt gedreigd dat de uittreders verloren gaan, de duivel tot God hebben en de achtergebleven leden worden gedwongen alle contact met hen verbreken. Al deze kenmerken zijn structureel aanwezig bij KSB. Ik zou hier nog veel over kunnen zeggen.